Onderzoek van Eva Bloemers naar zelfbeeld en paranoia
Eva Bloemers, werkzaam bij locatie de Voorde in Amersfoort van de Van der Hoeven Kliniek, deed in het kader van de opleiding tot Klinisch Psycholoog (KP) onderzoek naar zelfbeeld en paranoia. Centrale vraag van haar onderzoek was of de COMET (Competitive Memory Training) bij patiënten met een paranoïde stoornis zou leiden tot een verbetering van het zelfbeeld en, in het verlengde daarvan, of de verbetering van het zelfbeeld zou zorgen voor een afname van paranoïde gedachten bij paranoïde patiënten. COMET is een cognitief-gedragstherapeutische behandeling die succesvol is gebleken bij de behandeling van een negatief zelfbeeld bij mensen met onder andere angststoornissen en depressie. Ook kwam in eerdere studies een verband tussen negatieve cognities en paranoia naar voren.
In het onderzoek van Bloemers werden twee groepen met elkaar vergeleken: een experimentele groep, die de COMET kreeg, en een controlegroep, die een gebruikelijke training “Grip op je leven” (treatment as usual) kreeg. Het zelfbeeld werd bij aanvang van de training, vlak na de training en acht weken na de training gemeten. De COMET bleek het significant beter te doen dan de controleconditie. ‘We zagen echt een toename van zelfbeeld. Over de hele periode steeg het zelfbeeld, ook na de training nog. Zelfs na acht weken was het zelfbeeld verbeterd ten opzichte van de meting direct na de training’, vertelt Bloemers. Dit was een opvallend resultaat. ‘We hadden het wel verwacht vanuit de literatuur, maar omdat de groep uiteindelijk kleiner was dan gehoopt, was dit significante verschil toch tegen de verwachting’, legt Bloemers uit. Deze uitkomst ondersteunt haar hypothese dat de COMET ook voor deze doelgroep effectief is voor het verbeteren van zelfbeeld. De tweede hypothese van Bloemers was dat een beter zelfbeeld zou leiden tot minder achterdocht. ‘Daarin zagen we geen verschil tussen de groepen. Er was wel een afname van achterdocht voor de experimentele groep tussen het tweede en derde meetmoment, maar dit was geen significant resultaat. Je zou het dus met een grotere groep moeten onderzoeken, om te kijken of dit effect blijft bestaan of dat het op toeval berust.’
Eva Bloemers had zichzelf bij het begin van de KP-opleiding als doel gesteld om de behandeling van mensen met een psychotische stoornis binnen de tbs meer aandacht te geven. ‘Mijn hart ligt bij de behandeling van deze patiënten. Ik vond dat we nog weinig aan behandelmogelijkheden hadden voor deze moeilijke groep.’ Bloemers vertelt dat de deelnemers in beide groepen heel enthousiast waren over hun training. ‘Het allerbelangrijkste vind ik ook wel dat we hebben aangetoond dat je met deze patiëntengroep best therapie kunt doen. Sterker nog, ze vinden het allemaal erg leuk en zinvol. Er is lang gedacht dat deze patiënten therapieresistent zijn. We hebben door het onderzoek dan ook echt wel het idee gekregen dat het voor deze patiënten juist fijn en goed is om toch wat therapie te krijgen.’ Het plan is dan ook om de COMET te gaan implementeren in het behandelaanbod van de kliniek. Bloemers is bovendien in overleg met de maker van de COMET om te kijken of er een speciale versie gemaakt kan worden voor deze doelgroep. ‘We hebben hier de mogelijkheden om er een langdurige therapie van te maken. Dat zou nog mooier zijn. Ik heb zelf het idee dat de training dan nog beter zou beklijven.’